Met elektriciteit aan het werk? Let hier op!

Het is van vitaal belang om veiligheidsmaatregelen te nemen als je met elektriciteit werkt. De veiligheid mag niet in het gedrang komen en eerst moeten enkele basisregels gevolgd worden. De hieronder gedocumenteerde basisrichtlijnen betreffende het veilig omgaan met elektriciteit zullen je helpen bij het werken met elektriciteit.

  1. Vermijd te allen tijde water bij het werken met elektriciteit. Raak nooit elektrische apparatuur of circuits aan of probeer ze niet te repareren met natte handen. Het verhoogt de geleidbaarheid van elektrische stroom.
  2. Gebruik nooit apparatuur met gerafelde snoeren, beschadigde isolatie of kapotte stekkers.
  3. Als je thuis aan een stopcontact werkt, schakel dan altijd de netspanning uit. Het is ook een goed idee om een bordje op het servicepaneel te hangen, zodat niemand per ongeluk de hoofdschakelaar inschakelt.
  4. Gebruik altijd geïsoleerd gereedschap bij het werken.
  5. Elektrische gevaren zijn onder andere blootliggende onder spanning staande delen en onbewaakte elektrische apparatuur die onverwacht onder spanning kan komen te staan. Dergelijke apparatuur draagt altijd waarschuwingsborden zoals “Shock Risk”. Let altijd op zulke borden en volg de veiligheidsregels die in het land waar je bent door de elektrische code worden gevolgd.
  6. Gebruik altijd geschikte geïsoleerde rubber handschoenen en een veiligheidsbril bij het werken aan een aftakcircuit of een ander elektrisch circuit.
  7. Probeer nooit onder spanning staande apparatuur te repareren. Controleer altijd eerst of ze spanningsloos zijn door een tester te gebruiken. Als een elektrische tester een onder spanning staande of hete draad aanraakt, gaat het lampje in de tester branden, waaruit blijkt dat er een elektrische stroom door de betreffende draad vloeit. Controleer alle draden, de buitenste metalen bekleding van het schakelpaneel en alle andere hangende draden met een elektrische tester voor je verder werkt.Tip: Elektricien nodig? Elektrotechnisch installatiebedrijf uit Heerhugowaard
  8. Gebruik nooit een aluminium of stalen ladder als je in je huis op hoogte aan een stopcontact werkt. Een elektrische schok zal je aarden en de hele elektrische stroom zal door je lichaam gaan. Gebruik in plaats daarvan een bamboe, houten of een glasvezel ladder.
  9. Ken de draadcode van je land.
  10. Controleer al je GFCI’s altijd een keer per maand. Een GFCI (Ground Fault Circuit Interrupter) is een RCD (Residual Current Device). Ze zijn heel gewoon geworden in moderne huizen, vooral in vochtige ruimten als de badkamer en de keuken, omdat ze helpen gevaren voor elektrische schokken te voorkomen. Hij is zo ontworpen dat hij snel genoeg uitschakelt om verwondingen door overstroom of kortsluiting te voorkomen.
  11. Gebruik altijd een stroomonderbreker of zekering met de juiste stroomsterkte. Stroomonderbrekers en zekeringen zijn beveiligingsinrichtingen die de onder spanning staande draad automatisch uitschakelen wanneer zich een toestand van kortsluiting of overstroom voordoet. De keuze van de juiste zekering of stroomonderbreker is essentieel. Normaal wordt voor bescherming tegen kortsluiting een zekering gekozen met een nominale waarde van 150% van de normale stroomsterkte van het circuit. In het geval van een stroomkring met 10 ampère stroom beschermt een zekering van 15 ampère tegen directe kortsluiting, terwijl een zekering van 9,5 ampère doorbrandt.
  12. Buiten werken met ondergrondse bekabeling kan gevaarlijk zijn. De vochtige grond rond de kabel is een goede geleider van elektriciteit en aardfouten komen vrij vaak voor bij ondergrondse bekabeling. Een spade gebruiken om bij de kabel te graven kan de bedrading gemakkelijk beschadigen, dus is het beter met de hand bij de kabel te graven terwijl je geïsoleerde handschoenen draagt.
  13. Zet altijd een kapje op de hete/levende draad als je aan een elektrisch bord of servicepaneel werkt, want je zou kunnen eindigen met kortsluiting van de blote uiteinden van de levende draad met de nulleider. Het kapje isoleert de koperen uiteinden van de kabel en voorkomt zo elke vorm van schok, zelfs als je het per ongeluk aanraakt.
  14. Wees voorzichtig bij het verwijderen van een condensator uit een stroomkring. Een condensator slaat energie op en als hij bij verwijdering niet goed ontladen wordt kan hij gemakkelijk een elektrische schok veroorzaken. Een gemakkelijke manier om een laagspanningscondensator te ontladen is, na verwijdering uit het circuit, de punt van twee geïsoleerde schroevendraaiers op de condensatoruiteinden te zetten. Dit zal hem ontladen. Voor die met hoge spanning kan een gloeilamp van 12 Volt gebruikt worden. Door de gloeilamp met de condensator te verbinden gaat de lamp branden, waarbij het laatste beetje opgeslagen energie wordt opgebruikt.
  15. Wees altijd voorzichtig bij het solderen van je printplaten. Draag een veiligheidsbril en houd jezelf uit de buurt van de dampen. Bewaar de soldeerbout in zijn standaard als hij niet gebruikt wordt; hij kan extreem heet worden en gemakkelijk brandwonden veroorzaken.

Author: Kees

Share This Post On